GAMMEL

.

Langzaam maar zeker stort mijn lijf in. Het ene probleem is nog niet over (en is ook niet van plan om over te gaan) of het volgende dient zich aan. Nou weet ik heus wel dat ouderdom niet altijd even vrolijk en gezond arriveert, maar in negen van de tien keer met gebreken komt. Wat mij betreft mogen die gebreken best wel wat minder prominent tevoorschijn komen.

Een paar jaar geleden werd me gezegd: “Je hebt PDS, de diarreevorm, leer er maar mee leven.” Zo cru werd het inderdaad gebracht. Het was niet echt een arts behept met empathie of enige vorm van tact. Ik moest het er maar mee doen. Ik kan hier niet zeggen dat het een fijne aandoening is, want je dagelijkse leven is nooit duidelijk of hetzelfde. Het zorgt er ook voor dat ik niet makkelijk een dagje op stap kan gaan al is dat in deze coronatijd natuurlijk geen punt. Thuis ben ik toch al. Maar het begint me door de onvoorspelbaarheid steeds meer dwars te zitten.

Sinds half december 2019 geeft mijn linkerbeen me een lastig bestaan. Nog voor corona zijn entree deed, ben ik bij de huisarts geweest en die kon niet echt duiden wat het probleem zou kunnen zijn, dus er werden foto’s gemaakt van mijn heupen. Conclusie: zware artrose in de rechterheup en een lichtere vorm in de linker, waar zich ook een slijmbeursontsteking had genesteld. Rechts heb ik echter nergens last van en bovendien komt de pijn niet uit de heup. Het is echt spierpijn en dat gaat af en toe gepaard met hevige verkramping. Dat is pijnlijk. Behoorlijk pijnlijk. Een afspraak bij de huisarts was even niet mogelijk, dus ben ik aan de paracetamol gegaan. Dat doe ik nu al bijna twee maanden, maar ik kan niet zeggen dat het over gaat. Ja, de pijn is minder hevig, de verkramping is bijna niet meer aanwezig, maar ik kan nog steeds niet lang staan of ver lopen, want dan weigert dat been gewoon dienst.

In 2019 zijn er met een tussentijd van acht maanden een tand en een kies verwijderd. Ik krijg steeds meer ruimte in mijn mond en sinds gisteren heb ik weer kiespijn. En dat in de enige kies die nog over is in de rechter bovenkaak. Ik ben als de dood dat die kies er ook uit moet en daar zit ik niet op te wachten. Voor nu hoop ik maar dat de pijn vanzelf weer overgaat.

Ik heb natuurlijk al vijftig jaar diabetes en dat laat me vier maal daags insuline spuiten. Bovendien is me in 1998 door de reumatoloog al verteld dat ik fybromyalgie heb, maar daar heb ik in de loop der jaren echt mee leren leven.

Kortom, mijn lichaam is maar een gammel zooitje. Ik heb altijd graag oud willen worden, want ik ben veel te nieuwsgierig naar wat er allemaal kan en mogelijk is. Ik wil mijn kleinkinderen graag groot zien worden en ik wil nog zo veel meer.

Ik wil, ik wil, ik wil, maar mijn lijf wil niet. En dat is lastig.

Maar, “Krakende wagens lopen het langst”, zei mijn moeder altijd. Dus daar hou ik me maar aan vast, al zou een beetje minder pijn wel fijn zijn.

.