NAMEN

.

Na een nacht van woelen en draaien en zuchten en af en toe een beetje slapen, kwam ik vanochtend behoorlijk duf uit mijn bed. Gauw een pot koffie gezet, want dat had ik wel nodig, er was nog een lange dag te gaan. Een heerlijk ontbijt, met croissants en een zacht gekookt eitje en een beker melk, hielp me verder op weg om wakker te worden. Daarna op mijn gemak douchen en aankleden. Een paar spelletjes spelen en ships, echt wakker was ik nog niet, want ik verloor achter elkaar. Nog maar een keer koffie dus. Na zoveel drinken is het logisch dat je wat vocht kwijt moet. Toen ik terug kwam van het toilet, vertelde echtgenoot dat er een berichtje was op mijn telefoon. Nieuwsgierig naar wie mij halverwege de zondag een berichtje zou sturen, checkte ik meteen. Hé, wat leuk, onze meest actieve medeblogster vroeg of ze mijn adres mocht. Natuurlijk mocht ze dat. Twee minuten later kwam er een dankberichtje en de vraag: “Enne wat is jullie achternaam eigenlijk?” Hier moest ik natuurlijk hartelijk om lachen, want we kennen elkaar al jaren. We gebruiken echter nooit achternamen. Blognamen kennen we allemaal natuurlijk, maar zelden kom je iemands achternaam ergens tegen. Ik gaf hem dus meteen even door. En sloeg aan het denken. Wat valt er te vinden als je mijn naam googled? Meteen maar even geprobeerd. Het antwoord is: niet veel. Er is iemand met de zelfde naam te vinden op FB. Dat ben ik dus niet. Ik zag echter één ding, al bijna geheel vergeten, waarvan ik dacht: oeps, bestaat dat nog? Ik ben het nog niet met mezelf eens of ik wil vertellen wat het is. Het is namelijk al van ruim achttien jaar geleden. Het klopt dus dat iets, wanneer het eenmaal op het www terecht komt, daar voor eeuwig blijft staan. Ik heb alleen nooit geweten dat het in dat wereldwijde web stond…eh staat. Ergens vond ik het wel grappig, maar aan de andere kant, wil ik dat de hele wereld dat weet? Nu kan ik jullie bijna horen denken: vertel, vertel. Maar daar ga ik echter nog even een nachtje over slapen. Of twee…of drie…

.

KLEUREN

.

Als ik me niet vergis, heb ik het al eerder gehad over kleuren voor volwassenen. Meestal gaat het dan om mandala’s of allerlei ingewikkelde en vooral drukke patronen. Patronen om helemaal iebelig van te worden. Een paar weken geleden moesten wij in Almere zijn en omdat we wat tijd over hadden, liepen we een beetje rond. Opeens stonden we voor een winkel waar van alles op creatief gebied te koop is. Natuurlijk wilden we naar binnen. Als ik zeg “van alles”, bedoel ik ook echt van alles. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is daar te vinden. Van bouwpakketten tot borduursetjes, van schilderdoeken tot kraaltjes, ze hebben vrijwel alles. En als ze het niet hebben, willen ze het ook nog voor je bestellen. In die winkel ontdekte ik dus kleurboeken voor volwassenen die totaal anders zijn dan de mandalaboeken. Ik werd er heel hebberig van. Ik heb twee verschillende boeken gekocht, één voor thuis en één voor in ons hutje, want om nou elke keer alles heen en weer te slepen is ook zo wat. De te kleuren platen zijn afbeeldingen van schilderijen. Thuis heb ik het boek met Inuit Art. Eigenlijk heel simpele afbeeldingen, maar erg mooi.
Nu ben ik in het rijke bezit van nog twee zussen die ook heel graag met kleuren bezig zijn. Gisteren zou één van mijn zussen op bezoek komen, dus besloot ik als verrassing voor haar ook het Inuit boek te kopen. Voor mijn andere zus heb ik weer een heel ander boek gekocht met iets ingewikkelder afbeeldingen. Zij is dan ook een stuk jonger en kan dat makkelijk aan. Ik weet alleen nog niet wanneer ik in de gelegenheid ben om het haar te geven, maar dat is niet erg, het ligt niet in de weg. Mijn moeder zou zeggen: Het loopt niet weg en het eet geen brood, dus…

Mijn zus was zeer aangenaam verrast toen ze het cadeautje kreeg. Meestal als we naar haar toegaan of als zij hier komt, geef ik haar een pakje kaasvlinders van onze banketbakker. Daar is ze dol op, maar sinds ze lactose-intolerant is, mag ze dat niet meer hebben. Dit boek was dus een leuk alternatief. Ik hoop dat ze met heel veel plezier aan het kleuren gaat.

Voor mezelf heb ik trouwens ook nog een kleurboek gekocht met afbeeldingen van mode ontwerpen uit 1912 en 1913. Superleuk. Wat ik vooral leuk vind is, dat aan de binnenzijde van de kaft alle originele afbeeldingen in kleur zijn te zien. Je kunt dus exact die kleuren gebruiken, maar je kunt ook de kleuren geheel naar je eigen idee invullen. Kortom, laat de kou maar komen. Mijn zussen en ik hoeven ons binnen niet te vervelen.
.

EEN BEETJE VAN DIT EN EEN BEETJE VAN DAT

.
Eerst even een kleine update. Het lijkt er op dat de mens toch een tikkie slimmer is dan de muis, want sinds twee weken geleden het gaas is aangebracht, hebben we geen sporen van muizen meer gevonden. Tenzij er muizen bestaan die keurig hun keuteltjes achter zich opruimen en geen voetsporen nalaten, is de serre nu muisvrij. Hoera voor de mens.

Wat boffen we toch met het weer de laatste week, elke dag een zonnetje, af en toe lichtelijk afgeschermd door een verdwaalde wolk en ’s nachts een buitje voor het stof. Daar kan ik heel goed mee leven. Hoewel ik er geen probleem mee zou hebben om op deze manier de winter door te komen, lijkt het me voor de natuur toch ook wel handig als we weer eens een echte winter krijgen. Sneeuw is niet noodzakelijk, al zou ik de omgeving van ons hutje graag eens bedekt zien met een mooi pak hagelwitte vlokken. Daarna mag de sneeuw weer verdwijnen, zonder rommel achter te laten. Een goede vorstperiode daarentegen lijkt me wel wat, zeker als daar dan ook de zon bij komt kijken. Dan wordt het extra genieten van een beker hete chocolademelk na het halen van een frisse neus. Na een serieus koude periode kan ik me weer verheugen op de lente met al het moois dat die te bieden heeft. Nog vijf en een halve week wachten op de kortste dag en dan mogen we de dagen wederom zien lengen.

Van de week heb ik een poging gedaan om een stukje te fietsen. Veel meer dan een poging is het niet geworden, helaas. De bewegingen die nodig zijn om je fiets vooruit te krijgen, lijken erg op traplopen, maar dan met iets meer kracht, been omhoog en been omlaag. Daar had ik van tevoren niet bij stil gestaan, maar mijn heup liet me dat razendsnel weten. Eerst dacht ik nog: daar moet je even doorheen, Neel, maar al snel realiseerde ik me, dat dat toch niet heel verstandig was. Binnen twintig minuten waren we weer terug en ik was kapot. De hele middag is mijn heup aan het zeuren gebleven. Beetje jammer.

Komende zaterdag gaan we iets leuks doen, namelijk op verjaarsvisite bij een medeblogster. Is maar een klein stuk hier vandaan en ik heb er nu al zin in. Echtgenoot gaat gezellig mee, hij kent haar inmiddels ook goed en bovendien kan hij goed overweg met haar echtgenoot, dus hij zal zich ook prima vermaken.
Tot zover dit allegaartje.
.

CRIMINEEL?

.

Ik ben fan van series als CSI en NCIS, inclusief CSI New York en NCIS LA. Gisteravond kregen we vast een voorproefje van een nieuwe spin-of van NCIS. Dat wordt NCIS New Orleans. Daar verheug ik me nu als op. Wordt dat niet een beetje veel van hetzelfde? Nee, dat denk ik niet, want totaal andere personages zorgen ervoor dat elke aflevering toch weer heel anders verloopt. Wat me bij CSI vooral fascineert is hoe ze de kleinste details gebruiken om allerlei misdaden op te lossen. Af en toe is slechts een klein deel van een vingerafdruk voldoende om een zaak tot een goed einde te brengen. Nou snap ik heus wel, dat veel van die dingen in het echte leven niet zo soepeltjes verlopen als in de series, maar het blijft bijzonder. Soms krijg je de indruk dat absoluut niets onmogelijk is. Vingerafdrukken zijn uniek en geen twee mensen hebben de zelfde vingerafdruk. Zegt men. Er zijn ook mensen die nauwelijks een vingerafdruk hebben. Echt waar. In zo’n serie is er dan altijd sprake van afgevijlde vingertoppen of zelfs verwijderde vingertoppen. Maar het kan ook anders zijn.

Voor een nieuw paspoort worden tegenwoordig ook vingerafdrukken genomen. Doorgaans lukt dat bij iedereen en waarschijnlijk kom je dan in een of andere databank terecht, denk ik. Zeker weten doe ik dat niet. Gisteren gingen echtgenoot en ik samen naar het gemeentehuis om een nieuw paspoort aan te vragen. Na ons volgnummer in ontvangst te hebben genomen gingen we op zoek naar een zitplaats om te wachten. Echt zoeken was niet nodig, want er was plaats genoeg. Nog voor we een stoel naar achteren hadden kunnen schuiven, kwam ons nummer al aan bod op het scherm. Mooi, hoeven we tenminste niet zo lang te wachten. Oude paspoorten ingeleverd en verse pasfoto’s afgegeven. Wat getik op de computer en formulier controleren of alle gegevens juist zijn. Dan is het grote moment daar, tijd voor de vingerafdrukken. Het apparaatje wordt eerst schoongepoetst en mijn linker wijsvinger mag erop geplaatst worden. Een groen knipperend lichtje laat me denken dat het klaar is. Oeps, foutje. Nogmaals vinger erop. Even optillen en nogmaals plaatsen. Dan mag mijn linker middelvinger. Hetzelfde ritueel, plaatsen, optillen, plaatsen, optillen, plaatsen, optillen. Mijn linker ringvinger, wederom hetzelfde en ik vraag of ze tegenwoordig een afdruk van elke vinger willen. Dat is niet het geval, maar mijn vingers laten geen afdruk achter, zegt de dame aan het loket. Hè? Hoe kan dat nou? Veel tijd om na te denken krijg ik niet, we proberen het met mijn linker duim. Pffft, die doet het. Er zijn twee afdrukken nodig, dus gaan we over naar mijn rechterhand. Hoera, mijn wijsvinger levert een keurige afdruk en de dame is happy. Echtgenoot heeft totaal geen problemen met het achterlaten van zijn vingerafdrukken.

Onderweg naar huis bedenk ik dat er misschien wel een nieuwe carrière voor me in het verschiet ligt, die van kleine crimineel. Inbreker of iets dergelijks. Als ik er maar aan denk om uitsluitend met mijn linkerhand aan het werk te gaan en mijn duim niet te gebruiken, zie ik best wel mogelijkheden. Hoewel? Inbreken kan natuurlijk alleen op de begane grond, want trappen lopen draait me de nek om. Hard weg rennen zal ook niet lukken, auto rijden doe ik niet en aan fietsen heb ik een hekel. Hm, zoveel mogelijkheden zijn er dus eigenlijk toch niet. Bovendien zou ik dan regelmatig ’s avonds op stap moeten om aan het werk te gaan. Dat zijn dus meer nadelen dan voordelen van die nieuwe carrière. Oké, dan maar geen criminele toekomst, ik houd het wel bij genieten van het niets doen.

.