RITME

Bij gebrek aan een zolderraam tikt de regen (niet zo heel) zachtjes op het serredak. Er is echter geen ritme in te bekennen. Sorry, meneer de N. ik kan eigenlijk niets met dat liedje van u.

Echtgenoot is druk bezig om onze aankopen van deze ochtend in de grond te zetten. We zijn op een rhododendronkwekerij geweest en hebben voor een zacht prijsje een vuurrode en twee dieppaarse rhodo’s gekocht. Ik heb nog nooit zoveel rhodo’s bij elkaar gezien trouwens. Er was ook een schitterend aangelegde tuin van een paar duizend vierkante meter, waar je vrij in mocht wandelen. Helaas zonder bankjes, dus wij hebben het bij een klein stukje gehouden en genoten van het prachtige uitzicht.

Echtgenoot is klaar en komt zijn handen wassen en natuurlijk moet ik nu eerst even zijn werk bewonderen. Ziet er goed uit, kan ik wel zeggen. Echtgenoot mag even uitrusten na zijn harde werk.

Hoewel ik liever zon en warmte heb, komt de regen me nu eigenlijk wel goed uit. Kan ik mooi weer even bezig op mijn lapje. Je zou kunnen zeggen dat ik een slechtweerschrijver ben, zeker als we, zoals nu, in ons hutje verblijven. Bij mooi weer schuif ik namelijk de serredeuren open en zit ik de hele dag min of meer buiten. Bij het gefluit en gezang van de vogels is het daar heerlijk toeven. Ik heb altijd een boek bij de hand en verveel me dus nooit. Maar ja, lapje en het bloggen schieten er dan natuurlijk wel bij in.

Weet je wat weer wel een beetje jammer is? Als het hier regent, gaat de temperatuur meteen drastisch omlaag. In plaats van met blote benen en armen (ja, meer bloot doe ik niet) zit ik met een lange broek en sokken aan. In plaats van slippers heb ik warme sloffen aan mijn voeten en ik heb ook nog eens een vest aan. Het lijkt verdorie wel herfst. Nee, dat is niet helemaal waar, want het waait niet. Maar, zou het niet fijn zijn als het gewoon vijfentwintig graden kon blijven tijdens de regen. Ervanuit gaande dat het al vijfentwintig graden was dan, hè. Dat gebeurt niet al te vaak, maar het is wel mijn favoriete temperatuur. Vandaar, dus.

Het tikken van de regen is gestopt geloof ik. Af en toe vallen er nog druppels van de bomen. Dat is dan geen regen meer, maar een soort lekkage, zeg maar. Echtgenoot ligt inmiddels te pitten op het bankje in de serre. Hij heeft geen ritmisch vallende druppels nodig, hij heeft sowieso geen gevoel voor ritme, kan dus ook niet dansen. Maar wel slapen.

 

UITSLAG

.

Afgelopen donderdag was het zover, het vaatonderzoek. Het nam meer tijd dan ik van tevoren verwachtte. Ik wist ook helemaal niet wat ik moest verwachten. Maar het ging als volgt. Ik mocht halfnaakt op tafel liggen, iets wat eigenlijk nooit op mijn wensenlijstje heeft gestaan. Twee grote apparaten werden in werking gezet en de vaatzuster bond mijn armen en benen vast. Niet echt vast natuurlijk, gewoon met van die bloeddrukmeetbanden, maar ik kreeg wel meteen visioenen van een dwangbuis en zo. Ik kon in ieder geval geen kant meer op. Eerst werd dus overal de druk gemeten. Daarna werden de banden weer verwijderd en begon ze te smeren met gel, op mijn buik, in mijn liezen en op mijn benen. Dat voelt koud en vies, helemaal als ze dan met een of ander klein dingetje overal overheen glijdt en behoorlijk stevig duwt op bepaalde plaatsen. Overal hoorde ik het geklop van de vaten. Goed spul, dacht ik dus. Het was een beetje jammer dat ze nauwelijks enige uitleg gaf en dat ik ook niet mee kon kijken op het scherm. Niet dat ik dan had begrepen wat er te zien was, maar dat had ze me kunnen vertellen. Ik vermoed dat ze een spreekverbod had, of zo.

Vrijdag voor de uitslag terug naar de Belg met humor. Op de balie stond al een bord met de mededeling dat het spreekuur dertig minuten uitliep. Geweldig. Toen die dertig minuten bijna om waren werd het bordje verwisseld met een ander bordje. Het spreekuur liep inmiddels zestig minuten uit. Nog geweldiger. Ik stelde echtgenoot voor om maar ergens koffie te gaan drinken, maar tot mijn grote verrassing werd ik toen geroepen. Die dertig minuten uitloop klopte. Voor mij tenminste. De mensen die achter me zaten hadden hun afspraak eigenlijk een kwartier voor mij. Ik heb niet geklaagd en ben gewoon naar binnen gegaan. Wie ben ik om me met het afsprakenbeleid te bemoeien, nietwaar? De Belg vertelde me dat mijn aderen verstopt waren. Mijn onmiddellijke respons was: Heeft ze ze dan niet gevonden gisteren? Het duurde even, maar het kwartje viel toch nog. En, zoals het een Belg met humor betaamt, hij kon er om lachen.

Het feit dat ik nog ongeveer zo’n driehonderd meter kan lopen, betekent, volgens de regels, dat mijn benen nog goed genoeg zijn. Geen gedotter of bypass nodig. Wat wel nodig is: het slikken van bloedverdunners, looptraining en, daar gaat ie weer: stoppen met roken. Ik vind hem toch niet zo aardig, denk ik. Hij raad me aan over te stappen op de e-sigaret, daar zit veel minder gif in dan in gewone sigaretten, zegt ie. Volgzaam als ik ben, heb ik diezelfde middag nog zo’n ding aangeschaft. De eerste poging tot gebruik was niet echt een genoegen, maar ik wil het toch proberen. Als mijn echte sigaretten op zijn. Pfff, dat is al bijna. Voor de looptraining kon ik me in het ziekenhuis meteen aanmelden, hij had me daar een formulier voor meegegeven. Helaas, de mevrouw daar gaf me weinig hoop, er is een ellenlange wachtlijst. Beetje jammer, maar we gaan het zelf proberen door in ieder geval elke dag een stukje te lopen en te kijken of dat regelmatig een stukje verlengd kan worden. En elke morgen los ik nu een tabletje op in water zodat mijn bloed dunner wordt en weer met het grootste gemak door mijn aderen stroomt. Als deze maatregelen niet helpen en de boel verslechterd, wacht alsnog een operatie. Daar zit ik niet op te wachten, dus hoop ik op een goed resultaat. Fingers crossed.

Waarom ik dit nu pas plaats? Omdat ik een heerlijk druk weekend heb gehad met twee dagen lang kinderen op bezoek. Vermoeiend, maar oh zo fijn.

.

DOKTER DOKTER

.

De neuroloog zegt dus dat er iets zit wat klachten kan veroorzaken. Maar niet mijn klachten. Dus naar de orthopeed. Aardige vent, al was hij nog niet echt orthopeed, maar een soort hulpje. En ach, doe ’s gek, laat een paar foto’s van je heup maken. Tuurlijk, doe ik. Heb toch niks anders te doen. Twee prachtige foto’s gemaakt, die hij binnen vijf minuten op zijn computer had staan. De hoofdorthopeed heeft er naar gekeken en ik mocht weer naar binnen. Ja, kijk, daar. Daar zit duidelijk slijtage en die kan wel degelijk klachten veroorzaken. Maar niet mijn klachten. Dus. Niet getreurd, er zijn nog veel meer artsen in dit ziekenhuis. Weet je wat, je mag naar de vaatchirurg. Chirurg? Die zijn toch echt gespecialiseerd in snijden? Lekker vooruitzicht.

De volgende dag kon ik al terecht. Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat perfect georganiseerd vind in dit ziekenhuis. Alle afspraken worden meteen geregeld. Oké, de vaatchirurg. Een meneer uit België. Hij kijkt en beweegt mijn benen. Hij luistert met zijn stethoscoop in mijn lies en bij mijn enkels. Hij kan de slagader niet horen. Nou weet ik niet of dat aan mijn slagader ligt of dat zijn gehoor niet goed is, maar hij zegt dat ik naar de vaatzuster mag. Zij gaat dan een echo maken. Let wel, een zuster, niet een dokter. Het verrassende is, dat ik niet onmiddellijk bij haar terecht kan. Ik krijg schriftelijk een afspraak toegestuurd. In dit perfect digitaal geregelde ziekenhuis, krijg ik van de zuster een schriftelijke uitnodiging, terwijl ik bij de artsen onmiddellijk terecht kan. Maar goed, de dokter vraagt of ik rook en uiteraard geef ik eerlijk antwoord. Ja, ik rook. Das niet goed hè, daar moet ik mee stoppen. Ik zeg dat ik altijd een beetje opstandig wordt van het woord moeten. Als we de spreekkamer uit zijn en naar de balie lopen, roept hij me achterna: U mag best stoppen met roken, hoor. Ha, een arts met humor. Een Belg nog wel.

Gisteren kreeg ik de uitnodiging voor het vaatonderzoek, a.s. donderdag. Dat kon ook niet later, want vrijdag mag ik terug naar dok zelf voor de uitslag.

Afgelopen maandag mocht ik naar de cardioloog voor de uitslagen van zijn onderzoeken. Hij was heel tevreden en ik uiteraard ook. Het is nu officieel: ik heb een goed hart. Mankeert niks aan. De hele dag dreunde een van mijn favoriete liedjes door mijn hoofd. “A good heart these days is hard to find”. Ho, stop, I’ve got one! It’s official.

.