SCHAATSEN

.

Mocht het u zijn ontgaan, wat me bijna onmogelijk lijkt, want de kranten staan er bol van en ook op tv is er geen ontkomen aan, de Olympische Winterspelen zijn bezig. En “wij” doen het goed. Heel goed. TE goed volgens heel wat mensen. We zijn oppermachtig bij het schaatsen en dat heeft er toe geleid dat een aantal deelnemers uit andere landen zich heeft afgemeld voor de tien km. Behoorlijk zwak als je het mij vraagt. Maar mij wordt niets gevraagd. Vanmiddag gaat die tien km dus van start en de dames en heren die er verstand van (denken te) hebben, rekenen zich al rijk waar het de medailles betreft, want natuurlijk komen de Nederlanders weer op plaats een, twee en drie. “Wij” zijn nou eenmaal het best van allemaal.

Ik word er een klein beetje moe van. Natuurlijk kunnen die jongens leuk schaatsen, heel wat beter dan ik in ieder geval. Niet dat dat zo moeilijk is, ik kan niet eens op schaatsen staan, maar houd eens op om die gasten regelrecht de hemel in te prijzen. Schaatsen is een sport en soms leuk om naar te kijken. Die sport wordt echter bedreven door gewone mensen zoals u en ik. Die verafgoding is wat mij zo tegenstaat. Helemaal als ik denk aan de boze gezichten die langskwamen nadat “slechts” zilver werd behaald. Hoe was de slogan van de OS ook alweer? Was dat niet “deelnemen is belangrijker dan winnen”? Zou er misschien iemand zo vriendelijk willen zijn om dat ook door te geven aan de deelnemers. Nu gedragen ze zich als verwende kinderen die net niet dat ene lekkere snoepje krijgen, omdat toevallig iemand anders eerder in de snoeptrommel graaide. Bah, wat een ego’s!

Oh ja, veel plezier bij het kijken.

.