SJACHERIJNIG

.

Het gaat momenteel iets beter met deze krakende wagen. Het kraken is een stuk minder luid geworden en ik zal vertellen hoe dat komt.

Mijn been is na ruim drie maanden paracetamol zo goed als pijn vrij. Ik ben dus uiteraard gestopt met het slikken van die tabletten en tot nog toe gaat dat goed. Afkloppen maar.

Dan de PDS. Dat is een verhaal apart, want PDS blijkt iets heel anders te zijn. Omdat sinds eind mei en de gehele maand juni mijn darmen totaal op hol sloegen en steeds vaker problemen gaven is uiteindelijk de huisarts bij me op bezoek geweest. Ik ging gemiddeld zo’n 25 keer per dag naar de wc en dat was niet om een plasje te doen. Dat is buitengewoon vermoeiend kan ik je vertellen. Zij (en ik ook uiteraard) vond de toestand onhoudbaar. Ze ondernam de nodige stappen en tien dagen later heb ik in het ziekenhuis een nieuw darmonderzoek gehad en deze keer zijn er hapjes uit de darmwand genomen. Omdat het onderzoek was aangevraagd door de huisarts kreeg ik na afloop een formulier mee met de voorlopige uitslag en de mededeling dat ik voor de gehele uitslag contact op moest nemen met de huisarts. Dat heb ik geprobeerd, twee maal, maar beide keren was er nog geen uitslag binnen. Toen werd ik opeens gebeld door het ziekenhuis dat ik een paar dagen later een afspraak had bij de MDL verpleegkundige en voor begin september een afspraak bij de specialist. Er werd me niet verteld waarom. Ja, dan gaat mijn brein natuurlijk van alles zelf bedenken en komen de meest ernstige scenario’s langs.

Op 17 juli was die eerste afspraak. We zaten nog maar nauwelijks in de spreekkamer toen de verpleegkundige meteen begon: “We weten wat het is.”
“Dus het heeft een naam?” was het enige wat in me opkwam. Ja, het heeft inderdaad een naam en nu moet ik even mijn briefje erbij pakken, want ze had het voor me opgeschreven. Het is Lymfocitaire colitis. Oh, nooit van gehoord. Wat het is? Het is een chronische ontsteking in de darmwand, die diarree veroorzaakt. Ja, daar was ik al wel achter. Gelukkig is er een medicijn voor (of tegen eigenlijk). Ze gaf nog allerlei uitleg, maar het meeste daarvan ging langs me heen. Een paar woorden waren blijven hangen: witte bloedlichaampjes en auto immuunziekte. Afgelopen vrijdag belde ze om te horen hoe het met me ging, want die medicijnen kunnen namelijk vervelende bijwerkingen hebben, waaronder, ja je gelooft het niet, maag- en darmklachten. Maar ook slecht slapen, spierpijnen en botontkalking. Bovendien kun je er een bol gezicht van krijgen en sjacherijnig van worden. Vanwege die mogelijke botontkalking heb ik dus ook nog een dexa scan gehad. Daarmee wordt de dichtheid van de botten gemeten. Zij vertelde mij dat de scan helemaal goed was en ik kon haar vertellen dat het met mij verder eigenlijk best goed ging. Ik heb (nog) geen last van bijwerkingen en ga nog maar drie of vier maal per dag naar de wc. Voor mij is dat zo uniek, dat ik het bijna niet kan geloven. Alleen de vermoeidheid wil nog niet echt weg, maar hé, voorlopig ben ik nog geen sjacherijnig oud wijf met een bolle kop.

.

GAMMEL

.

Langzaam maar zeker stort mijn lijf in. Het ene probleem is nog niet over (en is ook niet van plan om over te gaan) of het volgende dient zich aan. Nou weet ik heus wel dat ouderdom niet altijd even vrolijk en gezond arriveert, maar in negen van de tien keer met gebreken komt. Wat mij betreft mogen die gebreken best wel wat minder prominent tevoorschijn komen.

Een paar jaar geleden werd me gezegd: “Je hebt PDS, de diarreevorm, leer er maar mee leven.” Zo cru werd het inderdaad gebracht. Het was niet echt een arts behept met empathie of enige vorm van tact. Ik moest het er maar mee doen. Ik kan hier niet zeggen dat het een fijne aandoening is, want je dagelijkse leven is nooit duidelijk of hetzelfde. Het zorgt er ook voor dat ik niet makkelijk een dagje op stap kan gaan al is dat in deze coronatijd natuurlijk geen punt. Thuis ben ik toch al. Maar het begint me door de onvoorspelbaarheid steeds meer dwars te zitten.

Sinds half december 2019 geeft mijn linkerbeen me een lastig bestaan. Nog voor corona zijn entree deed, ben ik bij de huisarts geweest en die kon niet echt duiden wat het probleem zou kunnen zijn, dus er werden foto’s gemaakt van mijn heupen. Conclusie: zware artrose in de rechterheup en een lichtere vorm in de linker, waar zich ook een slijmbeursontsteking had genesteld. Rechts heb ik echter nergens last van en bovendien komt de pijn niet uit de heup. Het is echt spierpijn en dat gaat af en toe gepaard met hevige verkramping. Dat is pijnlijk. Behoorlijk pijnlijk. Een afspraak bij de huisarts was even niet mogelijk, dus ben ik aan de paracetamol gegaan. Dat doe ik nu al bijna twee maanden, maar ik kan niet zeggen dat het over gaat. Ja, de pijn is minder hevig, de verkramping is bijna niet meer aanwezig, maar ik kan nog steeds niet lang staan of ver lopen, want dan weigert dat been gewoon dienst.

In 2019 zijn er met een tussentijd van acht maanden een tand en een kies verwijderd. Ik krijg steeds meer ruimte in mijn mond en sinds gisteren heb ik weer kiespijn. En dat in de enige kies die nog over is in de rechter bovenkaak. Ik ben als de dood dat die kies er ook uit moet en daar zit ik niet op te wachten. Voor nu hoop ik maar dat de pijn vanzelf weer overgaat.

Ik heb natuurlijk al vijftig jaar diabetes en dat laat me vier maal daags insuline spuiten. Bovendien is me in 1998 door de reumatoloog al verteld dat ik fybromyalgie heb, maar daar heb ik in de loop der jaren echt mee leren leven.

Kortom, mijn lichaam is maar een gammel zooitje. Ik heb altijd graag oud willen worden, want ik ben veel te nieuwsgierig naar wat er allemaal kan en mogelijk is. Ik wil mijn kleinkinderen graag groot zien worden en ik wil nog zo veel meer.

Ik wil, ik wil, ik wil, maar mijn lijf wil niet. En dat is lastig.

Maar, “Krakende wagens lopen het langst”, zei mijn moeder altijd. Dus daar hou ik me maar aan vast, al zou een beetje minder pijn wel fijn zijn.

.

CV-TIJDPERK

.

Wat te doen als je nergens meer naar toe kunt en de muren opeens op je af komen? Je huis van onder tot boven poetsen? En daarna van boven tot onder? En dat nog eens en nog eens? Jak, nee. Ik krijg al pijn in mijn rug en been bij de gedachte alleen. Maar wat dan? Er zijn vast wel leukere dingen te bedenken, toch?

Voor het eerst in lange tijd heb ik weer een puzzel op tafel liggen. Vroeger hield ik dat uren vol, puzzelen. De radio aan met gezellige muziek en puzzelen maar. En altijd staand bij de tafel, want dan heb je goed zicht en dat is wel nodig als je een puzzel van vijf- of achtduizend stukjes maakt. Jammer genoeg kan ik dat niet meer, zo lang staan. Ik heb een been dat niet meewerkt en bij stilstand weigert mijn gewicht te dragen. Gelukkig heb ik nog een been, waardoor ik nog kleine stukjes kan lopen, maar staand puzzelen is uit den boze. Dus ik zit en de puzzel heeft maar duizend stukjes. Een mens moet toch wat.

Ook heb ik weer, ter afwisseling, een boek tevoorschijn gehaald. Lekker lezen is altijd ontspannend.

Bovendien heb ik tegenwoordig een guilty pleasure. Ja, echt. Ik kijk elke dag naar een serie op de zender TLC. Zijn daar leuke series dan, hoor ik je bijna denken. Ik weet niet of iedereen dat als zodanig zou zien, maar daarom is het ook mijn guilty pleasure. Het gaat over een familie met, hou je vast, 19 kinderen. Ja je leest het goed, negentien. De serie heet Counting on en elke aflevering weer geniet ik van het wel en wee van deze familie. Ik zeg het nog maar eens, een mens moet toch wat, zeker als je niet erg mobiel bent.

Het liefst zou ik echter regelmatig bij de zonen langs gaan om de kleinkinderen te zien en te knuffelen, maar dat mag niet. Ik krijg altijd een licht allergische reactie als mij wordt verteld dat ik iets moet of iets niet mag, maar in deze tijd probeer ik die reactie een beetje tegen te houden. Er zouden vervelende dingen uit voort kunnen komen. Dus contact wordt beperkt tot het kijken van foto’s, filmpjes en videogesprekken. Het blijft behelpen.

.

VREEMDE TIJDEN

.

Levend in de eenentwintigste eeuw, met al zijn moderne technische snufjes en mogelijkheden, is er toch nog iets waar de mensheid (bijna) machteloos tegenover staat. En dat is het ontstaan van mysterieuze virussen en ziektes. Hoe en waar ontstaan ze en wat doe je er tegen? Al een paar maanden waart het Coronavirus covid 19 over de wereld en diezelfde wereld staat nu volledig op zijn kop. Landen worden afgesloten, mensen mogen nergens meer naar toe en jongeren moeten bij ouderen wegblijven, omdat deze groep mensen extra kwetsbaar is. Met andere woorden, ben je ouder dan 60 dan heb je een probleem. Je wordt volledig geïsoleerd en kan geen kant meer op. Kinderen en kleinkinderen mag je alleen zien en spreken via skype of een andere beeldverbinding.

Maar…wat lees ik van de week in de krant? Jawel, een brief gericht aan alle lieve (dat dan weer wel) opa’s en oma’s van Nederland. We zouden dom en eigenwijs bezig zijn, omdat we zelf boodschappen doen, dat moeten we overlaten aan onze kinderen en kleinkinderen. Hoe dan? Die mogen toch niet meer bij ons komen? Bovendien wonen mijn kinderen en kleinkinderen niet om de hoek, dus even een boodschapje voor opa en oma doen zit er sowieso niet in. Daar komt nog bij dat mijn oudste kleinkind pas 14 jaar is en dus niet in het bezit van een rijbewijs. Ik weet het niet hoor, maar ik hoor zoveel tegenstrijdige berichten, dat ik door de bomen het bos niet meer zie. Het land lijkt te barsten van de experts, maar die hebben allen een eigen mening over hoe te handelen.

Wij blijven in principe gewoon thuis en gaan alleen naar buiten voor de boodschappen. Een apart uurtje voor ouderen om die boodschappen te halen is een heel leuk idee, maar alsjeblieft niet ’s morgens om acht uur. Ouderen komen niet altijd even snel op gang, dus geef ze ruim de tijd om wakker te worden en boodschappenbriefjes te maken. Ze willen namelijk ook nog wel eens iets vergeten. Briefjes zijn dus noodzakelijk, al kan het natuurlijk ook zo zijn dat ze er in de supermarkt achterkomen, dat het briefje nog thuis ligt.

Help, dit zijn heel vreemde tijden. Wat is wijsheid?

Wie het weet, mag het zeggen.

.

STIL

.

Al bijna vijf maanden is het stil hier. Ik wil niet zeggen dat ik depressief was, maar ik zat zeker in een behoorlijke schrijfdip. Het overlijden van mijn zusje heeft een vernietigende uitwerking op mijn creativiteit gehad. Mijn brein werkte maar op halve kracht. Het dagelijkse leven lukte nog net, maar daar is alles wel mee gezegd. Wat ik graag wilde, een gedicht schrijven voor zusje, lukte me niet, nog steeds niet trouwens. Er komt geen zinnig woord op papier. Een gedicht of brief schrijven voor Noëmi voor haar tweede verjaardag, om te krijgen als ze achttien wordt, is me ook nog niet gelukt. Dat zijn dingen die ik anders zonder problemen voor elkaar krijg. Ik heb geen idee hoe ik dat om moet keren. Een leeg vel papier en een pen liggen altijd dicht bij me, maar zodra ik iets wil schrijven, stopt mijn denkvermogen. Ik zit gewoon muurvast.

De laatste maanden van dit jaar heeft mijn gezondheid me behoorlijk in de steek gelaten, iets wat ook niet bevorderlijk is als je eigenlijk iets heel anders in gedachten hebt. Maar ik wilde dit jaar niet uitgaan zonder hier nog iets achter te laten. Inmiddels komen er nog maar weinig mensen langs, wat natuurlijk volledig te begrijpen is als er nooit een nieuw stukje wordt geplaatst en ik zelf nergens langs ga. Toch wil ik iedereen bedanken en een mooi 2020 toewensen. Moge dat een jaar worden met veel liefde, warmte en vooral gezondheid.

Hoe het hier verder gaat, weet ik nog niet. Ik beloof niets. Als het komt, komt het.

En anders niet.

.

VAN OPA EN ZUSJE

.

Zolang ik hem ken, heeft echtgenoot een aantrekkingskracht voor kinderen. Ze zoeken hem altijd op en hij is nooit te beroerd om met ze te spelen. Liggend op de grond met autootjes rijden, botsingen veroorzaken en dan heerlijk overdreven schrikken. Kind in een deuk van het lachen. Met de kleinkinderen is het al niet anders: opa is de bom, zowel voor de jongens als voor de meisjes. Met de meisjes speelt ie rustig met poppen en dergelijke, maar uiteraard niet op de manier waarop meisjes met poppen spelen. Dat zorgt altijd weer voor mooie lachende kleinkinderen.

Wij hebben nu zeven kleinkinderen, drie jongens en vier meisjes. Voor zes van hen was opa meteen het feestbeest. Echter niet voor Mats, die moest het eerste jaar absoluut niets van opa hebben. Dat was natuurlijk vreemd, helemaal als je bedenkt dat hij als twee druppels water op zijn opa lijkt. Mats is nu twee en het laatste jaar is de situatie totaal veranderd. Opa is het helemaal. Of hij hem nu in levende lijve ziet of via een videogesprek, zijn hele gezicht licht op zodra hij opa ziet. Vorige week was Mats een beetje ziekjes en dat tijdens de vakantie. Zoon belde met beeld en eerst was daar de altijd blije Bjorn te zien die de vakantie heel erg leuk vond. Het genieten, iets dat hij ontzettend goed kan, straalde van zijn gezicht. Toen draaide de telefoon naar Mats die stilletjes op de grond zat met een boekje op zijn schoot. Opa riep zijn naam en de reactie was prachtig. Hij draaide zich om en met zijn waterige oogjes keek hij naar opa op de telefoon. Er verscheen een grote glimlach en met schorre stem klonk: “Opa opa!!”. En wat ik nou zo mooi vond, ’s avonds was hij weer een stuk opgeknapt. Ik denk gewoon dat hij een dosis opa nodig had.

Afgelopen vrijdag zou mijn zusje jarig zijn geweest. Het was een vreemde dag. Andere jaren waren we altijd de hele dag in Hardenberg, meestal met prachtig weer. Dit jaar gingen we alleen op de koffie bij zwager en het weer was somber en nat. Ik denk dat zusje boven tranen met tuiten huilde, omdat ze er niet bij kon zijn. Zwager had gelukkig afleiding door een logeerpartij van zijn jongste kleinzoon. Ze hadden samen taartjes gehaald voor bij de koffie en het werd nog heel gezellig, met maar weinig tranen, toen ook de zoons van zusje langs kwamen. Ze waren het er allemaal over eens, de vlinder op mijn bovenarm is prachtig geworden. Ze heeft hem zelf nooit gezien, maar ik laat hem regelmatig aan haar foto zien, in de hoop dat ze er toch iets van mee krijgt.

.

LEVEN

Dat het leven gewoon doorgaat heb ik met eigen ogen kunnen constateren. Het laatste weekend van juni organiseerde zoon R zijn jaarlijkse zomer bbq. Dat doet hij elk jaar rond zijn verjaardag. De winter bbq valt altijd rond de verjaardag van schoon N. Maar goed, de zomer bbq dus. Het was prachtig weer en zoon had een redelijk groot zwembad neergezet waar met veel plezier door de kleinkinderen gebruik van werd gemaakt. Oh, en uiteraard ook door zoon zelf. De jongste twee kinderen zijn nog te jong om in dat voor hen diepe water te zwemmen. Dacht ik. Maar Noëmi, onderdeurtje van 19 maanden, wilde ook. Met zwembandjes en onder toezicht mocht ook zij en ze vond het prachtig. Ze is ook nergens bang voor, wat het in mijn ogen toch best wel gevaarlijk maakt. Maar het ging gelukkig goed. Opeens kwamen er de nodige waterpistolen tevoorschijn en toen, ja, toen was het echt feest. Ik denk dat er niemand droog is gebleven.’Het was fantastisch.

’s Avonds hebben wij Bjorn en Mats meegenomen om bij ons te slapen, zodat zoon en schoon lekker uit konden slapen. Mats sliep vrij snel, maar Bjorn had even een klein probleem. Ik had de deur van de slaapkamer op een kier gezet, maar hij moest gewoon helemaal open blijven. Dat was snel opgelost en daarna was hij binnen een paar minuten vertrokken. De volgende dag hebben wij ze meegenomen naar zoon J om de verjaardag van oudste kleinzoon te vieren. Die is inmiddels al 14 jaar. Kleine kinderen worden groot. Zoon R en schoon N hebben daar hun kinderen in dankbaarheid weer van ons overgenomen.

Vorige week hebben we de vijfde verjaardag van Bjorn gevierd. Hij is allang geen klein kleutertje meer, maar wordt al een echte stoere jongen. Wij zijn gek op lego en hebben aardig wat dingen staan, speciaal voor als Bjorn komt. Hij vindt het namelijk ook prachtig en is er heel voorzichtig mee. Voor zijn verjaardag had hij dan ook een heleboel lego gekregen en met af en toe een klein beetje hulp heeft hij alles zelf in elkaar gezet. Super knap! Schoon N stuurde een filmpje van een bouwende en zingende, intens gelukkig ogende, Bjorn. De tranen schoten me in de ogen en ik zag mezelf als jong meisje terug, ik zong ook altijd bij alles wat ik deed.

Het is duidelijk, wat er ook gebeurt, het leven gaat verder en alles komt weer op één of andere manier terug. Mooi toch?
________

Oeps, en dan vergeet ik nog te vertellen dat afgelopen dinsdag de vlinder tattoo voor zusje is gezet. Hij is heel erg mooi geworden en ik ben er super blij mee. Dus…ze was al voor altijd in mijn hart, maar nu tevens voor altijd symbolisch op mijn bovenarm.

.

IN JE HART

.

Kijk eens goed om je heen. Wat zie je? Lachende mensen, huilende mensen, werkende mensen en stakende mensen, haastige mensen en mensen die alle tijd van de wereld lijken te hebben. Spelende kinderen, schreeuwende kinderen, slapende kinderen en kinderen die elkaar de hersenen lijken in te willen slaan. Kortom, een levendige gemeenschap, die duidelijk maakt dat het leven altijd doorgaat. Ook als je zelf het gevoel hebt dat jouw leven op een bepaald moment stil staat. Ja, je gaat door met ademhalen, maar je brein blijft draaien om die ene gebeurtenis en terug schakelen naar je gewone leven is lastig, want van het ene op het andere moment is het je gewone leven niet meer.

Mijn zusje en ik hebben, vooral de laatste tien jaar, zo ontzettend veel samen gedeeld en haar overlijden heeft een grotere impact op me gehad dan ik van tevoren kon inschatten. De oorzaak daarvan ligt waarschijnlijk ook in het feit, dat ik bij haar was, toen ze stierf. Ik had al twee zussen en een broer verloren en ook toen was ik van slag, maar niet zo zeer als nu bij mijn kleine zusje.

Mijn opa overleed toen ik twintig was en hij was de eerste dode die ik zag. Ik ben daar toen zo van geschrokken, hij leek in niets meer op de opa die ik kende en liefhad, dat ik daarna nooit meer heb gekeken naar overleden mensen. Niet naar mijn vader, mijn moeder, mijn zussen en broer. Naar niemand. Er zat/zit een bepaalde angst in mij, die me daarvan weerhoudt. Nog steeds.

Mijn zusje was heel speciaal voor mij en ik ben blij bij de gedachte dat ik haar die laatste minuten de rust heb kunnen geven om te gaan. Dat hoop ik tenminste.

En dan kijk ik om me heen en vraag me af hoe het mogelijk is dat de wereld gewoon door draait, dat het leven gewoon door gaat. Alsof er niets gebeurd is. Maar er is wel degelijk iets gebeurd. Een geweldig mooi mens heeft deze wereld verlaten en een groot gat geslagen in mijn hart en leven. Dat mooie mens was mijn zusje en ik mis haar zo erg. Ik probeer me vast te houden aan de woorden van haar oudste kleinzoon, een prachtige puber met Down. Na het lezen van het in memoriam kwam hij naar me toe, legde zijn hand op mijn borst en zei: “Ze is voor altijd in je hart”.

En dat is ze.

.

NOOIT MEER

.

Morgen is het drie weken geleden, dat zusje deze wereld verliet. Ik loop tegen steeds meer dingen aan waarvan ik denk: dat kan nooit meer.

Bij ons hutje hebben we een pioenboom (klinkt groter dan ie is) waarin zes prachtige grote roze bloemen zitten. Dat vond ze altijd prachtig, maar ze zal ze nooit meer kunnen zien.

Samen winkelen in Hardenberg, Assen, Almere of Lelystad, terwijl de mannen, gewapend met fotocamera’s op stap gingen in de natuur, dat gaat nooit meer gebeuren.

Met z’n vieren op vakantie naar Texel, ook dat zal nooit meer gebeuren.

Als ik een stukje had geschreven stuurde ik altijd twee berichtjes, één naar oudste zoon en één naar zusje. Ik hoef er nu maar één te sturen. Reageren vond ze altijd leuk, maar dat kan ze nooit meer doen.

Gewoon gezellig samen zijn, koffie of thee drinken en kletsen, iets wat we konden als de beste, dat kunnen we nooit meer doen.

Genieten van alle vogels in de tuin, bij haar kwamen o.a. altijd twee turkse tortels en die had ze een naam gegeven: Frits en Frieda. Daar kunnen we het nooit meer over hebben.

Samen spelletjes spelen via de i-pad, ruzzle of feuten, dat gaat nooit meer gebeuren.

Misschien zijn het geen grote dingen, maar toch zijn ze enorm ingrijpend. Het begrip “nooit meer” is moeilijk te bevatten. Ik heb daar echt moeite mee.

Er zijn zoveel momenten waarop ik denk, even aan zusje doorgeven. Dat kan ik echter nooit meer doen.

Wat ik wel kan doen en ook ga doen, is een tattoo nemen van een vlinder. Zusje was gek op vlinders en het idee van een tattoo vond ze eigenlijk best mooi. Ze heeft zelf de vlinder uitgezocht, het wordt de kleine vos, en met zo’n neptattoo van meneer A. Heijn heb ik haar laten zien hoe het er ongeveer uit komt te zien. Ze vond het prachtig. De afspraak hiervoor is al begin maart gemaakt en staat gepland op 16 juli, dus helaas krijgt zusje de echte tattoo nooit te zien.

Nooit meer… dat duurt zo ontzettend lang.

.

NET OP TIJD

.

Afgelopen donderdag zouden wij weer naar zusje gaan, maar na het weekend ging ze opeens zo snel achteruit, dat we al op woensdag zijn geweest. Het werd een emotioneel bezoek. Ze was zo ziek toen we kwamen, had zo ontzettend veel pijn, maar ze was toch zo blij dat we er waren en omhelsde me. Ze wilde me niet meer loslaten en ruim vijf minuten hebben we zo gezeten, de armen om elkaar heen. Toen sloeg de vermoeidheid toe en moest ze me wel loslaten. Ik bleef naast haar zitten, mijn hand in haar hand. Ze had het zo verschrikkelijk moeilijk. En ik kon niets voor haar doen, alleen blijven zitten en haar zachtjes moed inpraten. Ze sliep half, maar de grip in haar hand was buitengewoon krachtig, waar ze die kracht vandaan haalde, weet ik niet, maar mijn vingers begonnen te tintelen en voorzichtig probeerde ik mijn hand weg te halen. Ze schrok daarvan, “Niet doen, niet doen”, zei ze en zakte meteen weer weg. Ik liet mijn hand waar die was.

Zo’n drie kwartier later kreeg ze weer een hevige pijn aanval en wat er toen gebeurde kan ik hier niet vertellen. Het was hartverscheurend en te naar om op te schrijven. De constant toegediende dosis morfine werd verhoogd.

’s Avonds hoorden we dat de huisarts was geweest en er was besloten om haar in slaap te brengen, zodat ze in ieder geval geen pijn meer zou voelen.

Zaterdagochtend belde mijn zwager en zei, “Als je nog afscheid wil nemen, moet je nu komen.” We hadden net met zoon R afgesproken om naar hem toe te gaan om even aan de behoefte aan wat kleinkinderen toe te geven. Echtgenoot heeft R afgebeld en Renner even laten plassen en we zijn in de auto gestapt. Ik gaf echtgenoot toestemming om zich niet aan de snelheid te houden. “Als er ruimte is, mag je van mij gassen, die bekeuring neem ik dan wel.”

We waren om acht minuten over half één in Hardenberg. Drie minuten later zat ik naast zusje. Haar ademhaling ging stootsgewijs. Ik streelde haar gezicht en gaf haar een zachte kus. Vertelde haar dat ze geen moeite meer hoefde te doen om te ademen. Ik was bij haar en zou bij haar blijven.

Om kwart voor één was het afgelopen. Vijf maanden na die afschuwelijke diagnose was het einde daar. Ze was pas 68. De echo van de nieuwe baby kon ze dus toch niet meemaken.

Mijn lieve zusje, wat zal ik haar ontzettend missen.

.